De werkgevers gaan de komende cao-onderhandelingen hard in. Voor het eerst willen ze loonstijgingen niet laten meetellen in de pensioenopbouw. Dit blijkt uit een vertrouwelijke instructie van de werkgeversorganisatie VNO-NCW aan alle leden, die in handen is van de Volkskrant.
De loonstijging voor werknemers moet het komend jaar minimaal zijn, vinden de werkgevers. De premies die zij betalen voor de oudedagsvoorziening van hun personeel mogen niet verder stijgen.
Het idee om loonsverhogingen niet meer automatisch mee te laten tellen voor de pensioenopbouw is nog niet eerder aan de orde geweest. Als het wordt ingevoerd, stijgen de kosten van het pensioen minder snel, maar krijgt de werknemer later ook minder pensioen.
Eerder dit jaar sloten de werkgevers een pensioenakkoord met het kabinet en de grote koepels van de vakbeweging. Dit regelt de geleidelijke verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Twee belangrijke bonden, FNV Bondgenoten en Abvakabo FNV, zijn verklaard tegenstander van dat akkoord. 'De huidige omstandigheden', zo schrijft VNO-NCW, 'zouden normaliter nopen tot een centraal akkoord tussen werkgeversorganisaties, vakcentrales en kabinet over loonontwikkeling. Mede gelet op de verhoudingen binnen de FNV is dit echter ondenkbaar.' De werkgevers doelen op de ruzie binnen de FNV over het akkoord. Bij de vakbeweging ontbreekt volgens VNO-NCW ook een gevoel van urgentieals het om de crisis gaat.
Werkvloer
In de komende maanden moeten ondernemingen en bedrijfstakken de afspraken uit het pensioenakkoord uitwerken in concrete afspraken op de werkvloer. Het gaat om ruim tweehonderd nieuwe cao's. Grote contracten zijn die voor 100 duizend bouwvakkers, 104 duizend schoonmakers en de verpleeghuizen met 395 duizend mensen. Daarbij willen de werkgevers alle arbeidskosten centraal stellen, 'dus ook inclusief de kosten van pensioen'.
Ze noemen met name het bevriezen van de pensioenpremies die zij moeten betalen - 'premiestabilisatie' - maar ook verhoging van de pensioenleeftijd en verlaging van de opbouw. Niet de inflatie of de koopkracht moeten doorslaggevend zijn bij het maken van de cao-afspraken, maar de economische vooruitzichten. Zo opperen ze het idee om loonsverhogingen tijdens de looptijd van een cao pas na afloop van het contract uit te betalen als blijkt dat het goed gaat met het bedrijf.
Functie of leeftijd
Ook stellen de werkgevers voor om bij loonsverhogingen verschil te maken naar functie of leeftijd. Ze verwijzen daarbij naar het pensioenakkoord. Daarin wordt bij het aanpakken van 'niet te rechtvaardigen' verschil in beloning gedoeld op het afschaffen van seniorendagen en het schrappen van de vrijstelling van ouderen om ploegendiensten te draaien. De seniorendagen en de vrijstelling van ploegendiensten maken ouderen duurder en minder flexibel inzetbaar dan jongeren.
VNO-NCW waarschuwt dat 'het willen repareren van consequenties van kabinetsbeleid aan de cao-tafel uit den boze moet zijn'. De vakcentrale FNV eist maximaal 2,5 procent loonsverhoging plus 300 euro 'koopkrachttoeslag', de kleinere bonden van CNV en MHP hanteren geen gezamenlijke looneis.
De werkgevers verwerpen de wens van de bonden om het inhuren van uitzendkrachten, tijdelijke contractanten en oproepkrachten te beperken. Werkgevers willen juist uitbreiding van flexibiliteit, tenzij de vaste krachten flexibeler inzetbaar worden.
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2680/Econom...-pensioen.dhtml